Alle LaCie NAS beschikken over het Dashboard, een eenvoudig te gebruiken hulpmiddel voor het beheer van uw apparaat dat u kunt openen in een browser. Hiermee kunt u gebruikers, groepen, shares en andere productfuncties beheren.
U kunt het Dashboard op twee manieren openen: met de LaCie Network Assistant en met een browser.
Als een gebruiker zijn/haar wachtwoord is vergeten, kan het worden gerecupereerd als een SMTP-server is toegewezen (raadpleeg Dashboard - Netwerk) en een e-mailadres is ingevoerd voor die gebruiker op de pagina Gebruikers.
De welkomstpagina bevat koppelingen naar nuttige documenten op de LaCie-website, de mogelijkheid om informatie van de huidige ingelogde gebruiker te wijzigen, en een lijst met de verschillende pagina's van het Dashboard.
Als u de NAS wilt herstarten of in de slaapstand zetten, klikt u op deze knop en kiest u tussen Herstarten en Slaapstand. Let wel dat de slaapstand moet ingeschakeld zijn of deze optie zal niet beschikbaar zijn (raadpleeg Dashboard - Eco-beheer).
Raadpleeg Dashboard - Bestandsverkenner.
Het Dashboard bestaat uit een centraal gebied omgeven door widgets of kleine vakjes die de verschillende pagina's van het Dashboard voorstellen. De widget toont een overzicht van de informatie op de pagina. Voor de volledige informatie navigeert u naar de pagina.
Als u een nieuwe gebruiker wilt aanmaken, klikt u op de knop Gebruiker toevoegen en vult u de vereiste velden in.
De gebruikersgegevens worden in een tabel georganiseerd.
Als u een gebruiker wilt verwijderen, klikt u op de grijze X rechts van de rij van de gebruiker. Bevestig in het dialoogvenster.
Shares, netwerkmappen, stellen de opslagcapaciteit van uw LaCie NAS voor. Standaard heeft het apparaat twee twee shares, Share en Public, en USBShare (alleen d2/2big) of iSCSIShare (alleen 5big) wordt automatisch gemaakt wanneer opslag eraan wordt toegewezen via het Dashboard. De pagina Shares in het Dashboard maakt het de beheerder mogelijk om quota's en toegangsrechten toe te wijzen aan gebruikers en groepen en om de serviceactivering van shares in of uit te schakelen.
Als u een nieuwe share wilt aanmaken, klikt u op de knop Share toevoegen en vult u de vereiste velden in.
De sharegegevens worden in een tabel georganiseerd.
Klik op het configuratiepictogram in de rechtse kolom en selecteer Gebruikerstoegang beheren of Groeptoegang beheren en klik dan op de knop Bewerken. In de linkse kolom van het nieuwe venster worden de gebruikers of groepen zonder toegang tot de share vermeld. Selecteer de groep of de gebruiker die u toegang wilt verlenen en klik dan op de juiste pijl naar het veld Lees- + schrijftoegang of naar het veld Alleen-lezentoegang. Als u de toegang wilt intrekken, selecteert u een gebruiker of een groep in het veld Lees- + schrijftoegang of het veld Alleen-lezentoegang en klikt u op de juiste pijl.
Selecteer Leestoegang geven aan Gast en Systeemgebruikers om alleen-lezentoegang tot de share te verlenen aan niet-gebruikers.
Als u een share wilt verwijderen, klikt u op de grijze X rechts van de rij van de share. Bevestig in het dialoogvenster. Let wel dat de verwijdering van een share alle bestanden op de share verwijdert, alsook alle back-ups gerelateerd met die share.
Het Dashboard van de LaCie NAS beschikt over een torrentserver waarmee u torrentbestanden kunt downloaden. Voor meer informatie over torrents raadpleegt u:
http://en.wikipedia.org/wiki/BitTorrent_protocol
Onder de lijst met downloads worden verschillende instellingen weergegeven.
Met deze pagina kunt u services op uw apparaat activeren of deactiveren op een algemeen of standaardniveau. Er bestaan drie niveaus van serviceactivering: algemeen, standaard en share. Het algemene niveau heft de andere niveaus op. Als een service is geactiveerd op het algemene niveau, verschijnt een groen lampje in de kolom Actief. Wanneer het lampje groen is, wordt de service standaard geactiveerd wanneer een share wordt gemaakt. Het shareniveau heft het standaardniveau op maar niet het algemene niveau. Als u een service wilt activeren op shareniveau, raadpleegt u Dashboard - Shares).
Klik op het vakje in de rij van de service om de service voor alle shares te activeren of te deactiveren.
Klik op het pictogram Opties om:
De volgende tabel beschrijft de beschikbare services.
Service | Beschrijving | Standaard actief |
---|---|---|
SMB | Maakt het delen van bestanden en printers tussen Windows- of Unix-computers mogelijk. | Ja |
AFP | Maakt bestandsvoorzieningen voor Mac OS X mogelijk. | Ja |
NFS | Geeft een clientcomputer toegang tot bestanden via het netwerk. | Nee |
FTP | Standaard netwerkprotocol gebruikt om bestanden te kopiëren van één host naar een andere via een TCP-netwerk. | Nee |
SFTP | SSH File Transfer Protocol. | Nee |
Multimedia | Met multimediaservices kunt u mediabestanden streamen vanaf uw NAS naar UPnP-spelers (zoals mobiele telefoons, computers en spelconsoles). Raadpleeg Geavanceerde toegangsmogelijkheden voor informatie. | Nee |
Time Machine™ | Laat Time Machine een back-up van een Mac maken op de share van uw LaCie NAS. | Nee |
Deze pagina toont u informatie over het schijfgebruik en geeft u de mogelijkheid om uw schijven opnieuw te formatteren.
Wanneer u klikt op de knop FORMATTEREN bovenaan, worden ALLE gegevens op de schijven (inclusief USBShare of iSCSIShare) gewist en worden de schijven geformatteerd. Gegevens op een USB- of eSATA-harde schijf die is aangesloten op de uitbreidingspoorten worden niet aangetast.
Opnieuw formatteren:
Specifieke informatie over d2/2big:
Op deze pagina hebt u de mogelijkheid opslag toe te wijzen aan USBShare. Raadpleeg Aansluiten op een computer via USB voor informatie over de aansluiting van uw LaCie NAS op een computer via USB. Als u de toegewezen opslag aan USBShare wilt wijzigen, klikt u op de capaciteit in de rij USBShare en sleept u de schuifknop (maximum is 500 GB). Zodra u klikt op de schuifknop, kunt u de pijlen naar links en rechts op uw toetsenbord gebruiken om een waarde in te stellen. Wanneer u klaar bent, klikt u op Toepassen.
Specifieke informatie over 5big:
Op deze pagina hebt u de mogelijkheid opslag toe te wijzen aan iSCSIShare. Raadpleeg iSCSI configureren voor informatie. Als u de toegewezen opslag aan iSCSIShare wilt wijzigen, klikt u op de capaciteit in de rij iSCSIShare en sleept u de schuifknop (maximum is 2 TB). Zodra u klikt op de schuifknop, kunt u de pijlen naar links en rechts op uw toetsenbord gebruiken om een waarde in te stellen. Wanneer u klaar bent, klikt u op Toepassen.
De volgende gebeurtenissen zorgen ervoor dat een e-mailmelding wordt verstuurd als een e-mailadres is opgegeven op de pagina Gebruiker:
Gebeurtenis-ID | Beschrijving | Ontvanger |
---|---|---|
Capaciteit | Wanneer de totale beschikbare capaciteit minder dan 90% bedraagt | Beheerder |
Quota | Wanneer de capaciteit 90% van de ingestelde quota bereikt | Beheerder |
Download | Wanneer een download is voltooid of wanneer een fout tijdens het downloaden is opgetreden | Beheerder |
Back-up | Wanneer een back-up begint, eindigt, wordt geannuleerd, of mislukt | Beheerder |
Ventilator | Wanneer de ventilator stopt en herstart (alleen 2big/5big) | Beheerder |
Temperatuur | Het product heeft minstens één minuut de maximale temperatuur behouden | Beheerder |
Wachtwoordherstel | Een gebruiker heeft zijn/haar wachtwoord gerecupereerd | Beheerder of gebruiker, afhankelijk van de persoon die het verzoek deed |
Indien u dat wenst, kan uw LaCie NAS automatisch controleren of een update voor het besturingssysteem beschikbaar is op de updateserver. Het apparaat installeert deze update dan voor u. Raadpleeg Besturingssysteem van product bijwerken voor informatie.
De sectie Logboeken vermeldt belangrijke gebeurtenissen, zoals resultaten van RAID-wijzigingen en waarschuwingen.
Als u de vermeldingen in deze lijst wilt wissen, klikt u op het pictogram met de prullenmand.
De toewijzing van gebruikers aan groepen geeft u een uitstekend middel om grote aantallen gebruikers en hun rechten te beheren. Hierdoor kunnen beheerders toegangsrechten voor volledige groepen wijzigen in plaats van afzonderlijke gebruikers.
Op deze pagina kunnen beheerders groepen maken, wijzigen, verwijderen en toevoegen.
Als u een nieuwe groep wilt aanmaken, klikt u op de knop GROEP TOEVOEGEN en vult u de vereiste velden in.
De groepsgegevens worden in een tabel georganiseerd.
Als u een gebruiker wilt verwijderen, klikt u op de grijze X rechts van de rij van de gebruiker. Bevestig in het dialoogvenster. Let wel dat de verwijdering van een groep niet van invloed is op gebruikersgegevens.
Uw LaCie NAS beschikt over een krachtig back-up- en herstelsysteem. Het systeem maakt de back-up van bestanden mogelijk:
De Back-up- en herstelwizard helpt u bij de configuratie van back-uptaken. Bij DAS-back-ups slaat het systeem zelfs versies van back-ups op zodat u eerdere versies van bestanden kunt herstellen.
Met lokale back-ups kunt u een externe harde schijf die is aangesloten op uw NAS gebruiken als bron of bestemming van back-ups. Daarnaast kunt u ook een back-up van een share op uw NAS maken in een andere share op dezelfde NAS.
Met back-up of afstand kunt u een back-up van NAS maken op een andere NAS, ongeacht of deze zich in het lokale netwerk of op een andere internetlocatie bevindt. Let wel dat het systeem geen meerdere versies van dezelfde back-up bewaart. Een nieuwe back-up vervangt dus de oudere.
Wanneer een back-up op afstand wordt uitgevoerd, wordt een share met de naam Network Backup gemaakt op de doel-NAS die de bestanden van de back-up bevat. Deze share is standaard niet beveiligd met een wachtwoord.
Uw NAS kan door een andere NAS worden gebruikt, ongeacht of deze zich al dan niet in hetzelfde netwerk bevindt, als een bestemming voor back-ups. Deze functie moet worden geactiveerd voordat deze werkt. Een niet-LaCie NAS moet compatibel met rsync zijn. Service activeren:
Taken die u hebt gemaakt worden vermeld in de tabel op de pagina Back-up. Deze tabel toont nuttige informatie over de taak en geeft u het beheer over de taken. Klik op het configuratiepictogram in de uiterst rechtse kolom voor opties. U kunt gedetailleerde informatie over een taak krijgen of de taak starten, verwijderen of in/uitschakelen.
Als u een geplande taak uitschakelt, wordt deze niet uitgevoerd totdat de taak wordt ingeschakeld.
Deze pagina geeft u informatie over apparaten die aangesloten zijn op één van de USB- of eSATA-uitbreidingspoorten van de LaCie NAS.
Uw LaCie NAS beschikt over een printerserver. Klik op het selectievakje Printerserver activeren om de printerserver te activeren. Schakel dan de printer in en sluit deze aan op de NAS via een USB-uitbreidingspoort aan de achterkant van uw LaCie NAS. Na de aansluiting wordt de printer vermeld op de pagina Dashboard - Externe poorten en wordt de printer beschikbaar in uw netwerk. De juiste printerstuurprogramma's moeten op de hostcomputer geïnstalleerd zijn.
Sluit een externe harde schijf aan op de LaCie NAS via USB of eSATA en de schijf wordt op deze pagina vermeld. Na de aansluiting zal de schijf zich op dezelfde manier gedragen als de lokale shares op uw LaCie NAS. De schijf wordt vermeld op de pagina Dashboard - Shares en u hebt toegang tot de schijf via het bestandssysteem van uw besturingssysteem (Verkenner-venster voor Windows-gebruikers en Finder voor Mac-gebruikers). Externe harde schijven zijn echter altijd volledig openbaar in het netwerk. Daarnaast kunnen er geen quota's aan deze schijven worden toegewezen en kunnen hun namen niet worden gewijzigd.
Klik op het vakje Multimedia-indexering als u uw DLNA-apparaten toegang wilt geven tot bestanden op de externe USB- of eSATA-harde schijf aangesloten op de LaCie NAS. Let wel dat de multimediaservice moet geactiveerd zijn op de pagina Dashboard - Algemene instellingen.
Als u schade aan het bestandssysteem van uw externe harde schijf wilt vermijden, klikt u op de knop VERWIJDEREN voordat u de schijf loskoppelt van uw LaCie NAS.
Kies tussen Configureren met DHCP en Handmatig configureren. Als uw netwerk beschikt over DHCP, zoals de meeste gebruikersnetwerken, worden de LaCie NAS automatisch een IP-adres en andere waarden toegewezen. Hierdoor zien de meeste gebruikers dat er waarden zijn ingevuld in de tabel. Als u Handmatig configureren selecteert, kunt u de waarden in de tabel wijzigen volgens uw niet-DHCP-beheerd netwerk.
Uw LaCie NAS kan worden geconfigureerd voor verbinding met een proxyserver. Eerst activeert u de functie door op het vakje Proxy inschakelen te klikken. Daarna vult u het proxyserveradres, de poort en optionele verificatie-informatie in en klikt u op TOEPASSEN.
Als u uw LaCie NAS waarschuwingse-mail wilt laten versturen naar gebruikers configureert u de SMTP-instellingen in deze sectie. Verifieer dat het waarschuwingssysteem werkt door op het vakje Zend een verificatiemail te klikken, een e-mailadres in te voeren en dan op de knop TOEPASSEN te klikken.
Deze sectie toont beschikbare functies van de 5big Network 2 wanneer deze is aangesloten op het netwerk met twee Ethernet-kabels. In de eerste twee vakjes verschijnt informatie over LAN1 en LAN2.
In het derde vakje, Koppeling, kunt u selecteren hoe de 5big de LAN-verbinding zal gebruiken. Kies uit:
Raadpleeg RAID beheren.
Het Dashboard beschikt over een interactieve Bestandsverkenner voor het beheren en overzetten van bestanden via HTTP. Open de Bestandsverkenner door op het pictogram rechts boven in het Dashboard te klikken.
Met de bestandsverkenner kunt u bestanden overzetten, kopiëren en verwijderen, alsmede foto's in miniatuurweergave bekijken en zelfs multimedia-inhoud zoals mp3 streamen of foto’s bekijken. Het is dus een handige manier om bewerkingen uit te voeren met bestanden die zijn opgeslagen op externe harde schijven in het netwerk, ongeacht de eventuele verbinding via het lokale netwerk of het internet (raadpleeg Toegang op afstand). Aangezien met de bestandsverkenner bestanden sneller kunnen worden overgezet dan met slepen en neerzetten (SMB), is het handiger voor het overzetten van grote bestanden.
De Bestandsverkenner bestaat uit vier onderdelen:
U kunt foto's op het volledige scherm weergeven en bepaalde typen muziek en tekstbestanden streamen. Selecteer het bestand en: