Uw 2big of 5big Network 2 beschikken over een betrouwbaar RAID-beheersysteem waarmee u de meest optimale RAID-modus voor uw gegevens kunt kiezen en beheren.
Navigeer naar de pagina Dashboard - RAID-beheer. Deze pagina bestaat uit de volgende onderdelen:
Klik op de knop BEHEREN om de RAID-installatiewizard te starten. Kies in het volgende scherm tussen Automatische RAID (alleen 5big) en Handmatige RAID.
In de automatische modus wordt de RAID-modus automatisch gekozen om een continue bescherming met maximale capaciteit te verzekeren. Minstens twee schijven moeten in uw 5big geïnstalleerd zijn opdat deze optie werkt. Zo kunt u het aantal schijven in uw NAS verhogen of nieuwe schijven met een hogere capaciteit toevoegen zonder uw gegevens ooit te verliezen. De wizard geeft u ook indien u een vernietigende (waarbij gegevens verloren gaan) RAID-wijziging zou kiezen. Voorbeeld: drie schijven in RAID 5 veranderen naar vier schijven in RAID 0.
Zodra u Automatische RAID selecteert, klikt u achtereenvolgens op VOLGENDE en VOLTOOIEN om de automatische RAID-modus te starten. Uw NAS zal stoppen en de services herstarten. De array wordt indien nodig opnieuw opgebouwd.
Met deze methode kunt u handmatig het RAID-niveau kiezen. Klik op VOLGENDE om door te gaan. In het volgende scherm kunt u kiezen hoeveel schijven u wilt opnemen in de RAID-array. Niet-gebruikte schijven zijn reserveschijven die kunnen worden toegevoegd aan de array wanneer en indien u dat wilt.
Klik op VOLGENDE.
Kies in het volgende scherm een RAID-niveau. Als u klikt op de knop van de RAID-modus, krijgt u een uitleg van de voor- en nadelen.
Als u een RAID-modus selecteert onder de titel Zonder gegevensverlies, worden bij de omzetting naar de nieuwe modus geen bestanden op uw LaCie NAS gewist. Als u een RAID-modus selecteert onder de titel Met gegevensverlies, worden bij de omzetting naar de nieuwe modus bestanden op de shares gewist (maar de Dashboard-configuratie blijft ongewijzigd).
In het volgende scherm controleert u de informatie en bevestigt u de RAID-wijziging door op de knop VOLTOOIEN te klikken. Vervolgens klikt u in het volgende scherm nogmaals op VOLTOOIEN en bevestigt u door op JA te klikken.
Het Dashboard wordt onbeschikbaar terwijl de RAID-modus wordt gewijzigd.
Het opnieuw opbouwen van een beschermde RAID-array neemt uren in beslag, afhankelijk van de capaciteit van de schijven en de beschikbare bronnen van uw NAS (gelijktijdige taken zoals back-ups of torrentdownloads vertragen het opnieuw opbouwen). De wijziging naar een onbeschermde RAID-modus (bijv. RAID 0) duurt minder dan een minuut. Merk op dat gegevens toegankelijk zijn tijdens het opnieuw opbouwen.
Raadpleeg de tabel hieronder voor een overzicht van de verschillende RAID-modi en lees de beschrijvingen voor meer informatie. Merk op dat deze informatie ook wordt uitgelegd in de RAID-installatiewizard in het Dashboard (zie hierboven voor meer informatie).
RAID-modus | Capaciteit | Bescherming | Product | Standaard bij |
---|---|---|---|---|
RAID 0 | 100% | 2big/5big | 2big | |
RAID 11 | 50% | 2big/5big | – | |
RAID 5 (standaard) | 80% | 5big | 5big | |
RAID 5+Spare | 60% | 5big | – | |
RAID 6 | 60% | 5big | – |
1 RAID 1 is alleen beschikbaar voor de 5big als er slechts twee schijven zijn geïnstalleerd.
RAID 0 (2big en 5big): RAID 0 (ook Spanning-modus genoemd bij enkele LaCie-apparaten) is de snelste RAID-modus. In een RAID 0-array wordt de beschikbare capaciteit van elke schijf samengevoegd zodat er één logisch volume op de computer wordt geïnstalleerd. Het biedt de beste prestaties maar geen bescherming bij een eventuele schijfstoring.
RAID 1 (2big en 5big [alleen als twee schijven zijn geïnstalleerd]): RAID 1 is een veilige RAID-modus die beschikbaar is als de 5big Network 2 slechts twee geïnstalleerde schijven heeft. RAID 1 biedt gegevensveiligheid aangezien alle gegevens tegelijkertijd worden geschreven naar elke schijf. Bij één enkele schijfstoring blijven de gegevens beschikbaar op de andere schijf. Vanwege de benodigde tijd om de gegevens twee keer te schrijven, neem de prestaties enigszins af. RAID 1 is een goede keuze wanneer veiligheid belangrijker is dan snelheid. Bij RAID 1 daalt de beschikbare schijfruimte echter ook met 50% omdat alle gegevens op elke harde schijf moeten worden geschreven.
RAID 5 (alleen 5big): Bij RAID 5 worden gegevens gestriped over alle schijven (minimum drie) en wordt een pariteitsblok voor elk gegevensblok geschreven (P op de onderstaande afbeelding) op dezelfde stripe. Als er één fysieke schijf defect is, kunnen de gegevens van de defecte schijf opnieuw worden opgebouwd op een vervangende schijf. Er gaan geen gegevens verloren in het geval van een enkele schijfstoring maar als een tweede schijf een defect vertoont voordat de gegevens opnieuw kunnen worden opgebouwd op een vervangende schijf, gaan alle gegevens in de array verloren.
RAID 5+Spare (alleen 5big): RAID 5+Spare is een RAID 5-array waarin één schijf als reserve wordt gebruikt om het systeem opnieuw op te bouwen zodra een schijf een defect vertoont. Er zijn ten minste vier schijven nodig. Als één fysieke schijf defect is, blijven de gegevens beschikbaar omdat deze van de pariteitsblokken worden gelezen. Gegevens van een defecte schijf worden op de 'hot spare'-schijf opnieuw opgebouwd. Wanneer een defecte schijf wordt vervangen, wordt de vervangende schijf de nieuwe 'hot spare'. Er gaan geen gegevens verloren in het geval van een enkele schijfstoring maar als een tweede schijf een defect vertoont voordat de gegevens opnieuw kunnen worden opgebouwd door het systeem op de 'hot spare', gaan alle gegevens in de array verloren.
RAID 6 (alleen 5big): Bij RAID 6 worden gegevens gestriped over alle schijven (minimaal vier) en worden twee pariteitsblokken voor elk gegevensblok geschreven (p en q op de onderstaande afbeelding) op dezelfde stripe. Als er één fysieke schijf defect is, kunnen de gegevens van de defecte schijf opnieuw worden opgebouwd op een vervangende schijf. Deze RAID-modus kan tot twee schijfstoringen ondersteunen zonder gegevensverlies. RAID 6 biedt een snellere gegevensopbouw van een defecte schijf.
Als uw array beschermd is, zoals in een RAID 1- of RAID 5/6-modus (alleen 5big) , kunt u een schijf verwijderen zonder de array te beschadigen en gegevens te verliezen. Deze procedure wordt ook wel eens „hot-swapping” genoemd. Als u echter een schijf verwijdert uit een onbeschermde (bijv. RAID 0) array, kunt u gegevens verliezen.
De vervanging van een schijf omvat twee belangrijke stappen: het installeren van de nieuwe schijf en het claimen van de nieuwe schijf op de pagina Dashboard - RAID (zie hieronder). Let wel dat de capaciteit van de nieuwe schijf gelijk aan of groter dan deze van de vervangen schijf moet zijn.