In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u het besturingssysteem van uw LaCie NAS bijwerkt en de fabrieksinstellingen ervan herstelt, LaCie kan mogelijk verbeteringen aanbrengen of nieuwe functies toevoegen aan de software van uw LaCie NAS. Hieronder vindt u update-informatie. Merk op dat u op twee manieren kunt controleren op nieuwe productsoftware: vanuit het Dashboard of met LaCie Network Assistant.

1. Start het Dashboard zoals beschreven in Beheer (Dashboard) en navigeer naar de pagina Support.
2. Als u uw NAS zo wilt instellen dat deze automatisch wordt bijgewerkt, klikt u op het configuratiepictogram onder Automatische update. Klik dan op het vak AUTOMATISCHE update en selecteer een frequentie en tijdstip voor het controleren van de updateserver door de NAS.
   
3. Controleer handmatig op updates door op de grijze pijl naar onder te klikken.
   
   Als een koppeling verschijnt, klikt u erop om de download te starten.
   
   
4. Wanneer de download is voltooid, volgt u de instructies op het scherm om de update te voltooien.
5. Tijdens het proces start de drive opnieuw op en verdwijnt deze daarom tijdelijk uit het netwerk. Wanneer het opnieuw verschijnt, kunt u de nieuwe softwareversie controleren op de pagina Support.

Deze updateprocedure wist noch uw configuratie noch uw bestanden op de drive.

1. Zorg ervoor dat u de nieuwste versie van LaCie Network Assistant gebruikt (minimum 1.4.2). Als u een nieuwere versie downloadt, zorgt u ervoor dat u de oudere versies verwijdert.
2. Download de nieuwste software-update voor uw product hier.
3. Start LaCie Network Assistant.
4. Ga naar Voorkeuren en zorg ervoor dat IPConf Support is uitgeschakeld.
   
5. Selecteer uw product in de lijst links en klik op de knop *Werk uw NAS bij…. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de beheerder in.
   
6. Blader naar het updatepakket (capsule-bestand) dat u hebt gedownload vanaf de LaCie-website en start het.
   
7. Klik op Doorgaan… om de update te starten. Mac-gebruikers moeten mogelijk hun beheerderswachtwoord invoeren.
8. Zodra de update is voltooid, controleert u deze: Klik op het LNA-pictogram in uw menubalk (Mac) of taakbalk (Windows) en selecteer Configuratievenster. Klik op het tabblad Netwerk waar de systeemversie wordt vermeld.
9. Als de update is mislukt ondanks de hierboven vermelde netwerkvoorzorgsmaatregelen, sluit u de drive rechtstreeks aan op uw computer met de Ethernet-kabel en probeert u het opnieuw.