U kunt het opslagapparaat aanpassen door het opnieuw te formatteren en/of te partitioneren met verschillende bestandssysteemindelingen. Voor optimale prestaties in Mac OS-omgevingen formatteert en partitioneert u het opslagapparaat als één groot volume met de bestandsindeling Mac OS Extended.

Mac OS Extended (HFS+): Mac OS Uitgebreid verwijst naar het bestandssysteem dat gebruikt wordt in Mac OS X. HFS+ is een optimalisering van het oudere HFS-bestandssysteem door een efficiënter gebruik van de de ruimte op de harde schijf. Met HFS+ bent u niet meer beperkt door de blokgrootte.

FAT32: FAT32 is een oudere indeling - de maximale grootte per bestand is beperkt tot 4 GB. Gebruik FAT32 als u uw LaCie-opslagapparaat gaat delen tussen Mac- en Windows-computers, aangezien de prestaties bij lange na niet optimaal zijn.

Raadpleeg onderstaande tabel voor een vergelijking tussen HFS+ en FAT32.

FAT32: FAT is een acroniem voor File Allocation Table, dat stamt uit het begin van het DOS-tijdperk. Oorspronkelijk was FAT een verwerkingscapaciteit van slechts 16 bits, maar na de tweede editie van Windows 95 werd deze opgewaardeerd tot 32 bits; vandaar de naam FAT32.

FAT32 wordt ondersteund door Windows 7 en Windows 8 maar de grootte van het volume is beperkt tot 32 GB en de grootte van afzonderlijke bestanden is beperkt tot 4 GB.

NTFS: Dit acroniem staat voor New Technology File System. NTFS is het eigen bestandssysteem voor Windows 7 en Windows 8. NTFS biedt verschillende functies die niet beschikbaar zijn met FAT32: bestandscompressie, versleuteling, machtigingen, controle en het vermogen om harde schijven te spiegelen. De minimale ondersteunde volumegrootte voor NTFS is 10 MB, met een maximum van 2 TB, bij initialisatie in de MBR-indeling. Voor meer flexibiliteit gebruikt u de GPT-indeling met NTFS zodat u niet beperkt bent in de grootte van bestanden en partities. Volumes gemaakt in NTFS beschikken over lees- en schrijfrechten voor Windows 7 en Windows 8. Mac OS X 10.5 of hoger kan NTFS-partities lezen en ernaar schrijven met behulp van stuurprogramma's van andere leveranciers.

Raadpleeg onderstaande tabel voor een vergelijking tussen NTFS en FAT32.

De hieronder vermelde stappen helpen u bij het formatteren en partitioneren van een opslagapparaat. Zie Bestandssysteemindelingen voor meer informatie over het kiezen van de optimale bestandssysteemindeling.

1. Controleer of het opslagapparaat is aangesloten op uw computer en is geactiveerd.
2. Klik met de rechtermuisknop op Computer en kies Beheren. Selecteer Schijfbeheer in het venster Beheren.
3. Zoek uw LaCie-apparaat in de lijst met opslagapparaten in het midden van het venster Schijfbeheer.
4. Een partitie met LaCie-hulpprogramma's is standaard al aangemaakt op het apparaat. Volg de instructies van uw besturingssysteem om de bestaande partitie te resetten.
5. Selecteer Nieuw eenvoudig volume om een nieuwe partitie te maken. Volg de instructies op het scherm wanneer de wizard Nieuw eenvoudig volume verschijnt.

1. Controleer of het opslagapparaat is aangesloten op uw computer en is geactiveerd.
2. Selecteer Hulpprogramma's in het menu Go in de Finder-menubalk.
3. Dubbelklik In de map Hulpprogramma's op Schijfhulpprogramma.
   \\Schijfhulpprogramma toont het bericht Selecteer een schijf, volume of schijfkopie. Alle aangesloten opslagapparaten, partities of schijfkopieën worden in deze kolom weergegeven. Opslagapparaten in deze kolom kunnen meerdere keren worden vermeld. De bovenste naam is de naam van de fabrikant van het fysieke apparaat en bevat de geformatteerde capaciteit.
   
   
4. Selecteer het opslagapparaat in de kolom links.
5. Klik op het tabblad Wissen.
6. Kies een indeling in de vervolgkeuzelijst. Raadpleeg Bestandssysteemindelingen voor meer informatie over het kiezen van een bestandsindeling.
7. Geef het volume een naam.
8. Klik op Wissen… en bevestig uw keuze in het pop-upvenster.